Prachtige kwaliteitsimpuls voor natuurherstelproject Beerze
Landschap Overijssel stond voor één van haar grootste uitdagingen: de natuurherstelmaatregelen voor Beerze, een uitgestrekt natuurgebied van circa 400 hectare waar stuifduinen, bossen, hoogveen en heide elkaar afwisselen. Juist door deze grote variatie aan landschappen waren de maatregelen divers en spectaculair. Landschap Overijssel nam Ecogroen in de arm om dit grootschalige project in goede banen te leiden. Nu 4,5 jaar later is het tijd om samen terug te blikken.
Beerze ligt vlakbij Ommen en is onderdeel van het Natura 2000 Vecht en Beneden Reggegebied. In Natura 2000-gebieden worden herstelmaatregelen uitgevoerd om de natuur te versterken en weerbaarder te maken. Door de grote variatie aan landschappen in Beerze, waren er ook veel verschillende maatregelen nodig. “Ons werk bestaat normaalgesproken vooral uit beheerwerk,” vertelt Mark Zekhuis, senior ecoloog bij Landschap Overijssel. “Een natuurherstelproject van deze schaal was nieuw voor ons. Daarom kozen we ervoor om een externe projectleider van Ecogroen aan te trekken.”
Meer dan vier jaar geleden schoof Marten Meyling, projectleider natuurtechniek bij Ecogroen, dan ook aan bij het project. “Het was een schitterende kans dat we ons zo intensief mochten bemoeien met het opknappen van een van de mooiste parels van Overijssel. En voor Ecogroen ook een unieke positie. Normaal gesproken nemen we als adviseur deel aan het projectteam. Nu stuurde ik het projectteam aan en zat ik zelf met bewoners en de provincie aan tafel. Je maakt het proces veel intenser mee. Een waardevolle ervaring.”
Passende maatregelen
Ieder deelgebied had zo haar eigen uitdagingen. Het stuifzandgebied groeide langzaam dicht en gaat gebukt onder een hoge recreatiedruk, het hoogveen droogde uit en de heide werd verdrongen door de natuurlijke groei van bos. Bijzondere planten en diersoorten dreigden daardoor te verdwijnen. Marten, Mark en de rest van het team moesten dus door grondig vooronderzoek en monitoring op zoek naar de meest passende maatregelen.
Om het stuifzand te herstellen, werd bomen, stobben en de laag met bosstrooisel verwijderd. Ook zijn er recreatieve paden afgesloten of verlegd, zodat er een rustgebied ontstond. Voor het herstel van hoogveen werden greppels gedempt en leemkades aangelegd, waardoor het water langer in het gebied blijft en het gebied vernat. Én er werd maar liefst 40 hectare bos verwijderd om de heide weer een kans te geven en de verdroging tegen te gaan. “Naaldbos zorgt jaarrond voor verdamping dus we houden nu meer grondwater vast,” aldus Marten.
Uitdagingen trotseren
Deze maatregelen hadden veel impact en het projectteam kwam dan ook voor de nodige uitdagingen te staan op ecologisch én maatschappelijk vlak. “Boskap ligt gevoelig en ook het vernatten van gebieden roept negatieve reacties op. Er kwamen vragen uit de omgeving over de waarde van het bos (zowel landschappelijk als over CO2-vastlegging) en boeren uit de omgeving waren bang dat hun landbouwgrond eronder zou lijden. Door in volledige transparantie in gesprek te blijven en mensen vroegtijdig te betrekken en uit te leggen waaróm we dit doen, hebben we veel draagvlak voor het project gecreëerd. ”
Soms komt weerstand uit onverwachtse hoek, heeft Marten ervaren. “We waren een hoogveenplas aan het verontdiepen, maar het bleek dat veel omwonenden daar hadden leren schaatsen. Het was voor hen een nostalgische plek en ze vreesden dat hun plas voor altijd gedempt zou worden. Gelukkig konden we uitleggen dat hun geliefde plas niet zou verdwijnen, maar de commotie kwam onverwacht en daardoor was het wel even spannend.”
Ook Rienk, ecoloog bij Ecogroen, stond voor een grote uitdaging. Onder een hoop rododendrons lag namelijk een dassenburcht. Rododendrons zijn in dit natuurgebied exoten en zaaien zich uit in het hoogveen, daarom moesten ze weg. Maar dassen en hun burchten zijn beschermd en mogen niet zomaar beschadigd worden. “Samen met Stichting Das en Vecht hebben we een zorgvuldige aanpak uitgedacht waarbij we de dassen op een natuurlijke manier tijdelijk verplaatst hebben naar een leegstaande burcht in de buurt.” Door een raster om de bestaande burcht te plaatsen met een terugvalklep, konden de dassen op den duur wel uit hun burcht maar er niet meer terug in.
“De verwachting was dat ze dan op zoek zouden gaan naar een nieuw onderkomen: die leegstaande burcht. Zo’n vrijwillige verplaatsing hadden we nog niet eerder gedaan en dassen zijn onvoorspelbaar, dus het was erg spannend of het zou lukken,” aldus Rienk. Maar het lukte. De dassen hadden hun tijdelijk onderkomen zo gevonden en toen de werkzaamheden voorbij waren, werden ze binnen mum van tijd weer waargenomen bij hun oude vertrouwde burcht. “Al met al was ik hier van plan tot uitvoering ruim een jaar mee bezig. Maar het was een uitdagende ecologische puzzel waar ik enorm van heb genoten,” aldus Rienk.
Mooie toekomstdromen
Het werk is bijna gereed, maar ook daarna houdt het niet op. Mark: “Er is vervolgbeheer nodig. We mikken op het maaien van geplagde stukken en zijn van plan in het hoogveen de opslag van jonge bomen weg te halen. We gaan er vanuit dat de vernatting helpt om hergroei van opslag te voorkomen.”
Mark heeft duidelijke toekomstdromen. “Het lijkt me geweldig als de kraanvogel hier weer komt broeden en dat de hoogveenglanslibel boven de natte plassen vliegt. Het allermooiste zou zijn als het hoogveen zich vermeerdert en die bultvormende hoogveenmossoorten te zien zijn.” Ook bij het stuifzand en de heide zijn zijn wensen helder. “Jonge jeneverbessen. En er is weer genoeg rust en ruimte voor de boomleeuwerik, de nachtzwaluw en de adder. Dus laat ze maar komen.”
Terugblik op samenwerking
Marten kijkt met veel trots terug op het natuurherstelproject Beerze. “Pas had het veel geregend en zagen we hoe nat het hoogveen blijft dankzij onze maatregelen.” Hij lacht. “Het blijft toch ook een jongensdroom: dat spelen met water.” En de manier waarop we dit naar onze hand hebben gezet, stemt Marten tevreden. “Bij dit soort omvangrijke projecten komt veel papierwerk kijken, maar we hebben er samen met Landschap Overijssel de vaart in gehouden. Fantastisch.” Het project was ook nog eens een mooie leerschool voor heel Ecogroen. “Zo’n lang traject is voor onze organisatie uniek. Iedereen heeft er in meer of mindere mate mee van doen gehad. Je praat er dus veel over en wisselt veel kennis en ervaringen uit. Dat heeft een enorm leereffect teweeg gebracht.”
Ook Mark is tevreden. “We hadden dit op deze schaal nooit als organisatie zelf gekund. Het is uniek wat er is gebeurd en ik ben erg blij met wat we bereikt hebben. Het fijne aan Ecogroen is dat ze zich flexibel opstellen. We gingen aan de slag met een papieren plan, maar in de praktijk pakt het toch vaak anders uit en moeten plannen worden bijgesteld. Kades die recht waren ingetekend, moesten bijvoorbeeld op basis van de ondergrond meer organisch worden neergezet. Ecogroen bewoog daarin goed mee.” Maar het is de sfeer die Mark het meest bijblijft. “Het is een bevlogen, enthousiaste club en je voelt dat er mensen werken die hart hebben voor de natuur.”