Factsheets: hoe maak je grachten diervriendelijker?
Wist je dat er regelmatig (huis)dieren in grachten verdrinken? Gemeente Amersfoort heeft diervriendelijkheid hoog op de agenda staan en vroeg ons daarom om een advies op te stellen hoe we de grachten in hun binnenstad diervriendelijker konden maken. In dit artikel delen we enkele tips om dit proces goed aan te pakken én kun je onze factsheets met richtlijnen downloaden.
“Dieren zoals huiskatten en egels verdrinken in de grachten vanwege de steile kades,” legt Koen Kieft, adviseur ecologie, uit. “Deze zorgen ervoor dat de dieren nergens meer aan wal kunnen, als ze eenmaal in het water zijn gevallen. Ze raken uitgeput van het zwemmen, geven het op en verdrinken.” Steeds meer gemeenten zijn dan ook bezig hun grachtenwallen diervriendelijker te maken. Grachten worden diervriendelijker op het moment dat dieren die in het water zijn gevallen op eigen kracht weer aan wal kunnen komen.
Hiervoor kun je fauna-uittreedplaatsen (FUP’s) en uitrustplaatsen aanleggen. FUP’s zijn voorzieningen waarbij dieren weer op de kade kunnen komen. “Uitrustplaatsen zijn plekken waar dieren niet zelfstandig de gracht kunnen verlaten, maar wel even kunnen neerstrijken om op krachten te komen. Denk bijvoorbeeld aan een drijvende plank,” legt Koen uit. Uitrustplaatsen zijn makkelijker aan te leggen dan FUP’s en kunnen dus gebruikt worden ter afwisseling of wanneer het niet mogelijk is om een fauna-uittreedplaats aan te leggen.
Planteneilanden en oeverrollen zijn een mooie aanvulling op de FUP’s. “Ook hier kunnen dieren uitrusten, maar het bevordert ook de biodiversiteit, zowel boven als onder het water,” legt Koen uit. “Boven water bloeien planten, waar insecten op afkomen. Ook kunnen watervogels erop broeden en libellenlarven hebben de ruimte om uit te sluipen. Onder water bieden de eilandjes schuilplaatsen voor vissen. Plus, en dat wordt ook steeds belangrijker: het zorgt voor meer natuur en natuurbeleving in de stad.”
(Lees verder onder de foto)
Dierenwelzijn in Amersfoort
Ook gemeente Amersfoort krijgt wel eens een melding binnen van een verdronken dier in de gracht. “Je kunt denken: dit is een klein en onbelangrijk probleem, maar we vinden het welzijn van dieren net zo belangrijk als dat van mensen,” legt Ilona Heidotting uit, adviseur Milieu en dierenwelzijn bij gemeente Amersfoort. “We willen dat onze gemeente een fijne en veilige plek is voor mens én dier. Daar hoort ook bij dat dieren zichzelf kunnen helpen als ze in een onveilige situatie belanden. Voor ons was dit dus de reden om onze grachten aan te pakken.”
Maar waar begin je dan? Gemeente Amersfoort vroeg Ecogroen om een advies op te stellen. Ecologen Koen en Pascal voerden een bureaustudie uit, gingen op pad om alle bestaande voorzieningen, kansen en knelpunten in kaart te brengen en verwerkten dit tot een advies. “Het fijne aan dit advies is de systematiek,” vertelt Ilona. “Voorzieningen worden niet lukraak geplaatst, daar zitten goed onderbouwde richtlijnen achter die je ook kunt toetsen. Dat maakt de aanpak concreet en dat is prettig, ook voor collega’s van andere afdelingen.”
Gemeente Amersfoort wilde graag alle voorzieningen op gemeentegrond plaatsen, want dat is voor het onderhoud het makkelijkst. Maar voor een optimale dekking zijn 46 FUP’s nodig over een lengte van 2,3 kilometer en niet alle kades zijn van de gemeente. Bovendien is het prettig als inwoners en schippers het melden als een dier op een rustplaats is gestrand. “Ecogroen adviseerde ons om de omgeving bij het project te betrekken en gaf hierin ook suggesties,” aldus Ilona. “Dat advies hebben we overgenomen.”
(Lees verder onder de foto)
6 belangrijke aandachtspunten
Wil je zelf aan de slag met het diervriendelijk maken van grachtenwallen, dan is het verstandig om met een aantal zaken rekening te houden:
- Doe vooronderzoek: het is een open deur, maar breng in kaart wat je al weet. Bepaal je projectgebied, ga na welke diersoorten er zijn en ga het veld in om te zien welke voorzieningen er al zijn en welke kansen en/of knelpunten er liggen.
- Bepaal voor welke diersoorten je voorzieningen treft: Doorgaans zijn de maatregelen gericht op huisdieren zoals hond en kat; kleine en middelgrote zoogdieren zoals muizen en egels; amfibieën zoals kikkers en salamanders en tot slot, (jonge) watervogels.
- Borg de veiligheid voor vaarverkeer: zorg dat rustplaatsen en planteneilanden niet te ver uitsteken van de kades en bevestig ze ook niet aan touwen of kettingen. Zo raken vaartuigen niet verstrikt én blijft er voldoende ruimte over om te passeren of te keren.
- Spoor barrières na uittreden op. Als dieren de kade of een achtertuin bereiken, dan kunnen ze vaak alsnog niet (veilig) weg, bijvoorbeeld door een drukke weg, hek of dichte schutting. Kijk of zulke barrières er zijn en los ze, waar mogelijk, op.
- Houd maximaal 50 meter afstand tussen twee uittreedplaatsen. Dit is de richtlijn van Rijkswaterstaat. Grote dieren kunnen (vaak) verder of langer zwemmen, maar met 50 meter is de afstand ook overbrugbaar voor kleinere dieren zoals de egel.
- Betrek de omgeving. Het helpt als inwoners een faunahelling plaatsen of barrières in hun tuin weghalen. Of dat schippers dieren helpen die gestrand zijn op een uitrustplaats. Informeer dus je omgeving, maak ze bewust van wat zij kunnen doen en faciliteer ze.
(Lees verder onder de foto)
3 Factsheets met richtlijnen voor een effectieve aanleg
De aanleg van fauna-uittreedplaatsen en uitrustplaatsen komt nauw. Een te smalle, steile of gladde plank kan er al voor zorgen dat dieren de voorziening niet kunnen gebruiken en dan schieten alle maatregelen hun doel voorbij. Bovendien is het zonde van alle inspanningen en investeringen die je er als initiatiefnemer in gestoken hebt. In de factsheets hieronder vind je per faunavoorziening wat er nodig is om ze effectief aan te leggen.
Download hier:
– factsheet faunahelling
– factsheet uitrustvoorziening
– factsheet planteneiland
Meer weten of hulp nodig?
Wil je graag hulp bij het diervriendelijker maken van de grachten in je stad? Neem gerust contact met onze deskundigen Koen Kieft of Pascal Peterman. Wij geven advies op maat, maar kunnen het werk ook technisch voorbereiden, aanbesteden en begeleiden tijdens de uitvoering.