advies & ingenieursbureau

Een groene plus voor nieuwe wijk Deventer

Je wilt een nieuwe woonwijk bouwen en moet een quickscan natuurtoets uit laten voeren in het kader van de Wet natuurbescherming. Kun je die ecoloog dan niet meteen laten kijken of er extra winst voor de natuur te behalen is? Steeds meer gemeenten zien het belang van groen in de stad, steeds vaker bekijkt Ecogroen gelijktijdig met een quickscan welke winst er voor de groene leefomgeving en biodiversiteit is te behalen. Zo ook in Deventer.

We weten steeds beter wat groen voor een stad kan doen: verminderen van hittestress, het opvangen van piekbuien, het stimuleert de gezondheid van inwoners en draagt bij aan een grotere biodiversiteit. Toch zijn groene keuzes lang niet altijd vanzelfsprekend: groen moet er vooral netjes bij liggen en niet teveel gedoe opleveren. Terwijl je met een klein budget en een andere mindset heel veel kunt bereiken. Door bijvoorbeeld te kiezen voor zaadmengsels met inheemse planten en het maaibeheer aan te passen trek je niet alleen honingbijen maar ook wilde bijen, hommels en vlinders aan.

De gemeente Deventer durft die andere werkwijze aan. Aan de rand van de stad wordt een nieuwe wijk Steenbrugge gebouwd. Fase één is klaar, fase twee ligt nu op de tekentafel. Voordat de bouw van start kan gaan, moeten met een quickscan natuurtoets eerst beschermde soorten in kaart worden gebracht. Op verzoek van de gebiedsontwikkelaar BPD Ontwikkeling combineerden we deze quickscan met een onderzoek naar mogelijkheden om de wijk verder te vergroenen en de biodiversiteit naar een hoger niveau te tillen.

Wat er is en wat er was

Een plan om de leefomgeving te vergroenen is maatwerk, gebaseerd op wat er is en wat er kan. Ook het verleden speelt daarin een rol; de landschapshistorie bepaalt wat ergens kan groeien. Uit een eerste landschapshistorische analyse weten we dat Steenbrugge eens bestond uit heide, akkers en graslanden met houtwallen: een kleinschalig landschap dat je met beplanting van bomen en struiken kunt versterken.

Tijdens het veldwerk voor de quickscan hebben we vervolgens bijzonderheden genoteerd. In welke mate het gebied belangrijk is voor de steenuil wordt momenteel nog onderzocht. Onder een populierenrij met meidoornstruweel vonden we meerdere groeiplaatsen van brede wespenorchis. Het behouden van het struweel met de orchideeën is een meerwaarde voor de wijk. Door de overgang tussen wijk en naastliggende begraafplaats te verzachten, ontstaat er een gelaagdheid in de vegetatie die aantrekkelijk is voor kleine zoogdieren, vogels en insecten. Op lage plekken zorgen wadi’s voor het opvangen van piekbuien en is er ruimte voor specifieke plantensoorten die houden van een overstroming op z’n tijd, zoals bijvoorbeeld de beekpunge.

Snel winst

Behalve locatiespecifieke maatregelen hebben we ook algemene ideeën aangedragen waarmee je gemakkelijk winst behaalt. In plaats van willekeurig struiken aan te planten, kun je beter inheemse, streekeigen dichte struiken aanplanten, zoals meidoorn, sleedoorn, hazelaar of lijsterbes. Deze bieden voedsel en nestgelegenheid aan vogels. Noten- en fruitbomen, al dan niet aangeplant als voedselbos, zijn een aanwinst voor de toekomstige bewoners. Met snoeihout maak je makkelijk takkenrillen, waartussen vogels, zoogdieren en insecten schuilen. Ook tijdens de bouw zijn door de projectontwikkelaar talloze maatregelen te nemen op de omgeving interessanter te maken voor flora en fauna: groene daken aanleggen, nestkasten inmetselen en vleermuisverblijven aanbrengen. Door hagen met inheemse soorten te planten als groene afscheiding tussen percelen wordt voorkomen dat bewoners vaak uit gemak een schutting plaatsen. Het algehele beeld van de wijk wordt in een keer groener en aantrekkelijker gemaakt.

Bewoners betrekken

Nieuwbouw biedt een kans om groen vanaf het begin mee te nemen. Het is belangrijk dat een gemeente openstaat voor een andere inrichting en een ander groenbeheer. Echt kans van slagen heeft het pas als bewoners betrokken worden, vindt onze ecoloog Martin Heinen. “Als je bloemrijke bermen ineens minder vaak of gefaseerd maait, dan snappen mensen het niet en hangen ze aan de telefoon. Je moet het uitleggen maar beter nog: mensen mee laten denken over de inrichting of een buurttuin opzetten. Dan krijgen ze er gevoel bij en tillen ze groen in de wijk naar een hoger plan.”