advies & ingenieursbureau

Natuurontwikkeling Bantpolder

Ecogroen bedacht samen met Natuurmonumenten een oplossing voor de problematiek in de Bantpolder, gelegen in Natura 2000 gebied Lauwersmeer. De botanische waarden in het gebied stonden onder druk door verzoeting en de (riet)verruiging. Dit maakte het gebied steeds minder geschikt voor weidevogels.

Natura 2000

De 300 hectare grote Bantpolder is onderdeel van Natura 2000-gebied Lauwersmeer en ligt ingeklemd tussen de Waddenzee en het Lauwersmeer. Het staat bekend om zijn bijzondere vogelsoorten en unieke vegetatie. In de winter verblijven in het gebied duizenden ganzen en in de zomer broeden er diverse weidevogels. Geelhartje, moeraswespenorchis, sierlijk vetmuur en gesteelde zannichelia zijn enkele zeldzame plantensoorten die in het gebied voorkomen. Door de herstelmaatregelen wordt bijgedragen aan de doelstellingen binnen Natura 2000-gebied Lauwersmeer.

Kwelbuis

Vereniging Natuurmonumenten stelde in een beheerplan de noodzakelijk maatregelen vast voor herstel van de Bantpolder. Om een juist zoutgehalte in het maaiveld te realiseren, plaatsten we een 20 meter lange, verticale buis met een diameter van 30 cm. Een waterondoorlatende kleilaag maakte dat dieper gelegen, zout kwelwater niet aan het oppervlak kon komen. De buis creëert een passagemogelijkheid van de kleilaag met weinig weerstand, waardoor er een permanente stroom zout water aan het maaiveld opborrelt.  Het zoutgehalte hiervan is veel te hoog voor de gewenste vegetatie. Daarom wordt het kwelwater in een bepaalde verhouding gemengd met in een afgesloten watergang alvorens het met een windmolen het gebied ingepompt wordt. Om te zorgen dat het water het hele gebied kan bereiken , vervingen of verlegden we duikers, stuwen en dammen en een windmolen.

Eeuwenoude klepstuw

Het gebied bezit naast de natuurwaarden een grote cultuurhistorische waarde als greppels en klepstuwen. De greppels waren aangelegd voor een goede ontwatering zodat jongvee de kwelders konden begrazen. In de loop van de jaren zijn ze dichtgegroeid en om dit cultuurhistorische object te behouden zijn ze met een greppelfrees hersteld. De klepstuwen in de winterdijk zorgden dat het zeewater bij vloed niet de polder inliep. De eiken balken waren nog goed maar het ijzerwerk grotendeels door weer en wind vergaan. Om verdere verwering te voorkomen zijn de stuwen geconsolideerd en gedeeltelijk gerestaureerd.