advies & ingenieursbureau

Veelgestelde vragen over natuurbescherming onder de Omgevingswet

Ecogroen werkt dagelijks met natuurwet- en regelgeving. De wettelijke bescherming van onze natuur is per 1 januari 2024 vastgelegd in de Omgevingswet. De Omgevingswet regelt onder andere de bescherming van soorten, Natura 2000-gebieden en van houtopstanden. Veel van onze collega’s en klanten hebben vragen over natuurbescherming binnen de Omgevingswet. Daarom publiceren we op deze pagina ‘veelgestelde vragen en antwoorden’. Staat uw vraag er niet bij? Laat het ons dan vooral weten. U kunt ons hierover bellen (038 423 6464) of mailen (info@ecogroen.nl).

Vragen

Algemeen en algemene bepalingen

Bescherming van Natura 2000-gebieden

Bescherming van soorten

Bescherming van houtopstanden 

Procedures, rechten en plichten

Algemeen en algemene bepalingen

Waarom een Omgevingswet?

In de Omgevingswet zijn 26 wetten op gebied van de fysieke leefomgeving samengevoegd. Het maatschappelijk doel van de wet is tweeledig: 1) het in stand houden en bereiken van een gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en 2) het doelmatig beheer, gebruik en de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.

Om bovenstaand doel te bereiken zijn er vier verbeterdoelen aan de Omgevingswet gekoppeld:

  1. Verduidelijking en vereenvoudiging regels;
  2. Bevorderen van integrale benadering van beleid, regelgeving en besluitvorming gericht op de fysieke leefomgeving;
  3. Decentralisatie en meer ruimte voor lokaal maatwerk;
  4. Versnelling van besluitvorming.
Terug naar de vragen

Wanneer is de Omgevingswet ingegaan?

De Omgevingswet trad op 1 januari 2024 in werking. De hierin gebundelde wetten – waaronder de Wet natuurbescherming – vervielen op dat moment.

Terug naar de vragen

Waar vraag ik een omgevingsvergunning aan?

De aanvraag voor een omgevingsvergunning loopt via het Omgevingsloket, een onderdeel van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Soms wordt er doorverwezen naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit is afhankelijk van het soort activiteit(en) waarvoor vergunning wordt aangevraagd en wie het bevoegd gezag is.
De provincie is meestal het bevoegd gezag voor een aanvraag die alleen gaat over een flora- en fauna-activiteit of een Natura 2000-activiteit. Dit kan zowel een enkelvoudige als een meervoudige aanvraag zijn. U vraagt in dat geval de vergunning via het Omgevingsloket aan. De provincie neemt deze aanvraag in behandeling. In enkele gevallen is het Rijk het bevoegd gezag. Dit is het geval wanneer de aanvraag gaat over een flora- en fauna-activiteit of een Natura 2000-activiteit van nationaal belang, bijvoorbeeld wanneer het om militaire terreinen of boven-provinciale (water)wegen gaat. In dat geval vraagt u de vergunning aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Indien Ecogroen u helpt bij uw project, kunnen wij de vergunningsaanvraag namens u indienen.

Ook een aanvraag voor een flora- en fauna-activiteit en/of Natura 2000-activiteit in combinatie met een andere activiteit (bijvoorbeeld een bouwactiviteit) verloopt via het Omgevingsloket. Hierbij is niet automatisch de provincie of het Rijk het bevoegd gezag. De andere activiteit bepaalt wie het bevoegd gezag voor de aanvraag is. Dit kan bijvoorbeeld ook de gemeente of het waterschap zijn. Het bevoegd gezag zorgt dan voor afstemming met de provincie of het Rijk. De provincie / het Rijk geeft – mits de beoordeling correct is uitgevoerd – advies en instemming.

Terug naar de vragen

Wat houdt de zorgplicht in?

De Omgevingswet kent een algemene zorgplicht en – waar van toepassing – specifieke zorgplichten.

1. Algemene zorgplicht

Conform artikel 1.6 en 1.7 van de Omgevingswet houdt de zorgplicht in dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor de fysieke leefomgeving. Iedereen die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn of haar activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de fysieke leefomgeving, wordt geacht:

  1. Alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevraagd om deze nadelige gevolgen te voorkomen;
  2. Voor zover nadelige gevolgen niet voorkomen kunnen worden: deze gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken;
  3. Indien de gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: de activiteit achterwege te laten voor zover dit redelijkerwijs van hem/haar kan worden gevraagd.

In aanvulling op bovenstaande algemene zorgplicht geldt conform artikel 1.7a een verbod op het verrichten dan wel nalaten van activiteiten waardoor aanzienlijke nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving (dreigen te) ontstaan.

Zo geldt bijvoorbeeld voor activiteiten in of nabij het Natuurnetwerk Nederland (NNN) dat aantasting van het NNN in de regel niet is toegestaan. Wanneer een activiteit met nadelige gevolgen voor het NNN wel wordt toegestaan, dan wordt deze pas toegestaan nadat (conform de algemene zorgplicht) alles wat redelijkerwijs mogelijk is in het werk is gesteld om die aantasting te voorkomen of te beperken.

2. Specifieke zorgplichten

Voor sommige activiteiten heeft de overheid een specifieke zorgplicht opgesteld. Specifieke zorgplichten zijn een concretisering van de algemene zorgplicht voor specifieke activiteiten of belangen. De algemene zorgplicht is niet van toepassing als een specifieke zorgplicht geldt.
Voor activiteiten in relatie tot natuur zijn drie specifieke zorgplichten opgesteld:

  1. Activiteiten in of nabij Natura 2000-gebieden of bijzondere nationale natuurgebieden (art. 11.6 Bal);
  2. Activiteiten met mogelijke gevolgen voor flora en fauna (art. 11.27 Bal); en
  3. Activiteiten met mogelijke gevolgen voor houtopstanden (art. 11.116 Bal).
Terug naar de vragen

Bescherming van Natura 2000-gebieden

Heb ik een vergunning nodig voor beheermaatregelen die gerelateerd zijn aan de instandhoudingsdoelen van een Natura 2000-gebied?

Voor een Natura 2000-activiteit die direct verband houdt met het beheer van een Natura 2000-gebied is geen vergunning nodig.

Er is wel sprake van vergunningplicht voor beheer als dat niet direct samenhangt met de instandhoudingsdoelen van een Natura 2000-gebied én wanneer uit een effectbeoordeling blijkt dat het uitvoeren van dergelijk beheer een significant negatief effect op instandhoudingsdoelstellingen tot gevolg heeft.

Terug naar de vragen

Mijn plan of project leidt tot een (tijdelijke of permanente) toename van stikstofemissies. Welke kaders worden hiervoor gehanteerd?

De huidige stikstofcrisis is uiteraard ook gerelateerd aan de bescherming van Natura 2000-gebieden. Voor meer informatie over stikstof en wat wij op dit gebied voor u kunnen betekenen, verwijzen wij u graag door naar ons stikstofdossier.

Terug naar de vragen

Bescherming van soorten

Welke beschermingsregimes kent de Omgevingswet en waar zijn deze in de wet vastgelegd?

Afdeling 11.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) heeft (onder andere) betrekking op flora- en fauna-activiteiten. Ofwel, activiteiten met mogelijke gevolgen voor van nature in het wild levende dieren en planten.

Paragrafen 11.2.2 en 11.2.3 van het Bal hebben betrekking op de Europees beschermde soorten. Paragraaf 11.2.4  van het Bal heeft betrekking op nationaal beschermde soorten.

De bescherming van soorten in het kader van schadelijke handelingen (flora- en fauna-activiteiten) is specifiek geregeld in de artikel 5.1 lid 2 van de Ow en artikelen 11.37,  11.46,  en 11.54 van het Bal.

Deze artikelen vormen de basis voor drie beschermingsregimes:

  • in het wild levende vogels van soorten die beschermd zijn via artikel 1 van de Vogelrichtlijn;
  • in het wild levende dieren (niet zijnde vogels) van soorten die beschermd zijn via de Habitatrichtlijn (bijlage IV, onderdeel a), het Verdrag van Bern (bijlage II) en het Verdrag van Bonn (bijlage I);
  • in het wild levende individuen van andere soorten, waarvan de wetgever heeft aangegeven dat deze vanuit een nationaal oogpunt beschermd dienen te worden. Deze lopen uiteen van zoogdieren tot flora en zijn benoemd in bijlage IX van het Bal.

Provincies hebben – onder andere via artikelen 11.42, 11.50 en 11.56 (Bal) – de bevoegdheid om in de provinciale omgevingsverordening onder voorwaarden vergunning of vrijstelling te verlenen van de verboden. In enkele uitzonderingssituaties heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ook deze bevoegdheid.

Terug naar de vragen

Specifieke zorgplicht soorten, hoe werkt dat? Om welke soorten gaat het en geldt de zorgplicht voor elke status van Rode lijst soorten?

Wanneer iemand een activiteit uitvoert die gevolgen kan hebben voor dieren en planten in het wild (een flora- en fauna-activiteit) dan moet degene voldoen aan regels, zoals de specifieke zorgplicht. De specifieke zorgplicht geldt bij alle in het wild levende dier- en plantensoorten (Lid 1 van artikel 11.27 van het Bal) en stelt dat nadelige gevolgen op deze soorten zoveel mogelijk dienen te worden voorkomen, beperkt of ongedaan te worden gemaakt. Lid 2 van artikel 11.27 van het Bal gaat in op soorten waarvoor ‘in ieder geval’ maatregelen genomen moeten worden, zoals de meer zeldzamere, kwetsbare of bedreigde (Rode lijst) soorten. Voor deze specifieke soorten gelden aangescherpte regels voor de soort én voor de soort belangrijke leefgebieden of natuurlijke habitats.

De specifieke zorgplicht gaat over planten en dieren. Dus o.a. paddenstoelen en korstmossen die op de rode lijsten staan vallen hier niet onder. De wet maakt geen verschil in de status die een soort heeft op de Rode lijst.

De specifieke zorgplicht is nieuw, er is nog weinig jurisprudentie over de exacte interpretatie van deze artikelen.

Terug naar de vragen

Wat is de status van 'algemene broedvogels' in de Omgevingswet?

Algemene broedvogels zijn in de Omgevingswet beschermd. De verbodsbepalingen zijn letterlijk overgenomen uit de Vogelrichtlijn: “Vogels mogen niet worden gedood of gevangen. Nesten, rustplaatsen en eieren mogen niet worden vernield of beschadigd en nesten mogen niet worden weggenomen. Eieren mogen niet worden geraapt of worden meegenomen.”

Het is verboden vogels opzettelijk te storen, behalve als aangetoond kan worden dat de verstoring geen wezenlijke invloed heeft op de staat van instandhouding van de soort. Opgemerkt wordt dat hierbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen algemene nestplaatsen en jaarrond beschermde nestplaatsen. Een ondernemer of burger mag aantonen dat een verstorende activiteit geen bedreiging vormt voor de staat van instandhouding van de vogelsoort. In dat geval mag de activiteit dus doorgaan.

Terug naar de vragen

Wat is de status van jaarrond beschermde nesten in de Omgevingswet?

De nesten van algemene broedvogels zijn alleen tijdens het broedseizoen beschermd (de vogelsoorten zelf zijn uiteraard wel jaarrond beschermd). Voor sommige vogelsoorten is deze bescherming verder uitgebouwd. Van enkele vogelsoorten zijn de jaarrond gebruikte nest-, rust en verblijfplaatsen het gehele jaar beschermd. Er worden vijf categorieën onderscheiden:

  1. nesten die gedurende het broedseizoen in gebruik zijn als nest en buiten het broedseizoen gebruikt worden als vaste rust- en verblijfplaats;
  2. nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plek broeden. Deze soorten zijn zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop;
  3. nesten van niet-koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plek broeden. Deze soorten zijn zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop;
  4. vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en niet of nauwelijks zelf in staat zijn een eigen nest te bouwen;
  5. nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats of omgeving waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed, maar die over voldoende flexibiliteit beschikken om zich elders te vestingen wanneer de broedplaats verloren is gegaan.

Nesten van soorten die vallen in de categorie 1-4 zijn jaarrond beschermd. Voor categorie 5 geldt dat deze nesten jaarrond beschermd zijn wanneer geen of onvoldoende geschikte alternatieve nestplaatsen in de omgeving aanwezig zijn. De provincies regelen de exacte invulling van de lijst en de regels die hiervoor gelden. Zo hanteren de provincies Limburg, Flevoland, Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen andere categorieën of hebben deze een eigen lijn getrokken wat betreft invulling van de categorieën. De provinciale omgevingsverordeningen geven de actuele beschermingsregimes per provincie weer.

Terug naar de vragen

Ik heb overlast van ratten en huismuizen, moet ik een vergunning regelen?

Waar mensen leven, leven dieren. Enkele dieren worden aangemerkt als schadelijk of hinderlijk, bijvoorbeeld omdat die knaagschade of geuroverlast veroorzaken. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 3,4 miljoen huismuizen en ratten gedood vanwege schade of hinder. Huismuizen, zwarte rat en bruine rat zijn niet beschermd. Ook op de bescherming van de bosmuis, huisspitsmuis en veldmuis (art. 11.54 van het Bal) wordt een uitzondering gemaakt wanneer deze zich in of op gebouwen en daarbij behorende erven bevinden (art. 11.54, lid 2a van het Bal). Er geldt dan geen verbod op het vangen, doden of verstoren van deze dieren. Het doden gebeurt deels door particulieren en deels door bestrijders van plaagdieren. Het gebruik van vangmiddelen moet bij wet zijn toegestaan. Het gebruik van gif als bestrijdingsmiddel is voor particulieren verboden.

Terug naar de vragen

Overlast of schade door dieren, wat nu?

Het kan nodig zijn om dieren te verjagen of te doden als deze dieren overlast of schade veroorzaken of als het beheer van diersoorten dit vereist. Indien het beschermde diersoorten betreft (zoals bevers of steenmarters), is een vrijstelling of vergunning van de Omgevingswet nodig. Schade- en overlastbestrijding is in de wet gereguleerd. Populatiebeheer kan nodig zijn, bijvoorbeeld vanwege een publiek belang zoals de volksgezondheid of verkeersveiligheid. De omvang van populaties van diersoorten kunnen dan worden beperkt. Voor soorten die niet van oorsprong in Nederland voorkomen (exoten) is het soms nodig de populatie terug te brengen naar nul, ter bescherming van de inheemse planten en dieren.

Terug naar de vragen

Ik heb toch een beschermde vissoort gevangen, wat nu?

Uiteraard is het nooit helemaal te voorkomen dat tijdens het vissen een beschermde vissoort wordt gevangen. Indien een beschermde vis wordt gevangen, moet deze voorzichtig worden onthaakt en direct worden teruggezet. De vis mag niet worden gedood of in een leefnet worden gehouden.

Terug naar de vragen

Bescherming van houtopstanden

Wanneer is er sprake van een houtopstand in het kader van de Omgevingswet?

Een houtopstand is een ‘zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend’ (bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet).

Terug naar de vragen

Wanneer is de meldings- en herplantplicht in de Omgevingswet van toepassing?

Er is sprake van een meldings-/ herplantplicht bij (gedeeltelijke) vellingen in een houtopstand. Hiervoor maakt het niet uit of er één of meerdere bomen worden geveld. De verplichtingen gelden niet wanneer het gaat om uitzonderingssituaties zoals benoemd in artikel 11.111, artikel 11.126, 11.129 en 11.131 van het Bal. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen het (gedeeltelijk) vellen van houtopstanden binnen de bebouwingscontour houtkap (vastgelegd in het gemeentelijk omgevingsplan) en buiten deze bebouwingscontour. De bebouwingscontour omvat in ieder geval het stedelijk gebied van een gemeente. Binnen de bebouwingscontour houtkap gelden regels die door de gemeente zijn vastgesteld. De Omgevingswet is alleen van toepassing op vellingen buiten de bebouwingscontour.

Verder stelt de wetgever regels met betrekking tot de grootte van een houtopstand. Houtopstanden met een oppervlakte kleiner dan 10 are, of rijbeplanting met 20 of minder dan 20 bomen in één of meerdere rijen (gerekend over het totaal aantal rijen), vallen evenmin onder de regels voor de meldings-/ herplantplicht. Verder heeft de wetgever onder andere uitzonderingen gemaakt voor het dunnen van een houtopstand, het vellen van naaldbomen die niet ouder dan 20 jaar zijn welke zullen dienen als kerstboom, en het periodiek ellen van griend- of hakhout,
De provincies kunnen uitzonderingssituaties voor de meld- / herplantplicht verder specificeren. De exacte voorwaarden zijn nader gespecificeerd in provinciale omgevingsverordeningen.

Terug naar de vragen

Procedures, rechten en plichten

Hoe lang duurt het verlenen van een vergunning? en wat zijn de 'verlengtermijnen'?

De beslistermijn (lopend vanaf de ontvangst van een aanvraag) is afhankelijk van de type activiteit en de doorlopen voorbereidingsprocedure waarvoor een vergunning aangevraagd wordt.

  • Flora- en fauna-activiteit:
    • Enkelvoudige vergunningaanvraag: het bevoegd gezag moet binnen 8 weken besluiten. Het bevoegd gezag mag de termijn eenmaal met 6 weken verlengen. De aanvrager wordt hierover geïnformeerd. Na besluit geldt nog een periode van 6 weken waarbinnen bezwaar gemaakt kan worden door belanghebbenden.
    • Meervoudige vergunningaanvraag (reguliere voorbereidingsprocedure): het bevoegd gezag moet binnen 12 weken besluiten. Het bevoegd gezag mag de termijn eenmaal met 6 weken verlengen. De aanvrager wordt hierover geïnformeerd. Na besluit geldt nog een periode van 6 weken waarbinnen bezwaar gemaakt kan worden door belanghebbenden.
    • Meervoudige vergunningaanvraag (uitgebreide voorbereidingsprocedure, bijvoorbeeld inclusief een Natura 2000-activiteit): het bevoegd gezag moet binnen 26 weken besluiten. Eerst neemt de provincie een ontwerpbesluit dat ter inzage wordt gelegd. Daartegen kunnen zienswijzen worden ingediend. Na afloop van de terinzagelegging volgt het definitieve besluit. Tegen dat besluit kan binnen 6 weken beroep bij de rechtbank ingediend worden.
  • Natura 2000-activiteit:
    • Hiervoor wordt altijd de uitgebreide voorbereidingsprocedure gevolgd: het bevoegd gezag moet binnen 26 weken besluiten. Eerst neemt de provincie een ontwerpbesluit dat ter inzage wordt gelegd. Daartegen kunnen zienswijzen worden ingediend. Na afloop van de terinzagelegging volgt het definitieve besluit. Tegen dat besluit kan binnen 6 weken beroep bij de rechtbank ingediend worden.
Terug naar de vragen

Meer informatie over de nieuwe Wet Natuurbescherming? Bel of mail ons: 038 423 6464 of info@ecogroen.nl. Wij zijn u graag van dienst.

error: Content is protected !!